Duurzaamheid & politiek: Den Haag lag nog nooit zo dichtbij Brussel

Home / Duurzaamheid & politiek: Den Haag lag nog nooit zo dichtbij Brussel

Back

Voor ons ligt een nieuw politiek seizoen, dat in het teken zal staan van de Tweede Kamerverkiezingen op 17 maart 2021. Politieke partijen zijn al druk met de voorbereiding op een anders-dan-andere campagne. In een tijd die gekenmerkt wordt door politieke polarisatie zijn er twee grote maatschappelijke issues die laten zien dat we alleen samen verder kunnen komen: klimaatverandering en de wereldwijde pandemie.  Aanstaande dinsdag, op Prinsjesdag, zal het kabinet ons inzicht geven in de keuzes die zij maken voor ‘duurzaam herstel’. Op een ander politiek niveau wordt er ook hard gewerkt aan ‘green recovery’: in Brussel, in Europees verband.

“Vrijwel alle partijen zijn het erover eens dat we samen moeten optrekken,” vertelt Caroline Nagtegaal – Van Doorn, VVD Europarlementariër, in een door Hill & Knowlten georganiseerd webinar. “Het is niet de vraag óf we het gaan doen, maar hoe we het gaan doen”. Ondanks dat de coronacrisis veel politieke onderwerpen op een lager pitje heeft gezet, lagen Europese plannen om klimaatverandering te bestrijden al klaar. “Het is goed dat de Green Deal er al voor de crisis was. Daarom lijkt het niet een product van de crisis, maar kunnen we het gebruiken om de crisis te boven te komen”, aldus Caroline. In Nederland erkennen en onderschrijven de meeste politieke partijen het belang van de verduurzamingsopgave. Volgens Caroline moet er nu daadkracht en richting komen, maar dit kan de politiek niet alleen: “Mensen kijken ten tijde van crisis veel naar de politiek. Dat is logisch, bedrijven en mensen zijn op dit moment ook afhankelijk van de politiek. Maar het werkt ook andersom. Wij zijn net zo goed afhankelijk van de kennis, inzichten en ervaring van burgers, bedrijven en andere organisaties. We moeten elkaar helpen!”

Dat de samenwerking en kennisuitwisseling tussen politiek en bedrijfsleven nodig is en soms beter kan, onderschrijft Eline Bijveld, Public Affairs Director bij Mars. “Dat is zeker het geval op het gebied van duurzaamheid. Wij verkopen bijvoorbeeld veel producten die verpakt zijn in flexibel plastic – een product dat per definitie lastig te recyclen is – en toch proberen we hier goed mee om te gaan”. Recent is er een ‘plastictaks’ ingevoerd door de EU, waarbij lidstaten betalen voor de hoeveelheid niet-gerecycled plastic. “Dat klinkt in eerste instantie positief,” vertelt Eline. “Helaas wordt dit geld niet gebruikt om de infrastructuur te verbeteren en gaat het – platgezegd – het grotere potje in. Dit brengt ons helaas niet verder in het zoeken naar duurzame recycleoplossingen en kan een averechtse effect hebben als bedrijven kiezen voor andere verpakkingsoplossingen die (ook) niet duurzaam zijn.” Eline ziet dat de politiek vaak niet het gesprek aangaat met de bedrijven, terwijl dat juist nuttig zou zijn: “Sommige dingen klinken goed, maar pakken in de praktijk slecht uit.”

Een complex onderwerp als het tegengaan van klimaatverandering en bijpassende maatregelen vraagt dus om samenwerking, het gesprek aan gaan en tegengas geven wanneer iets de verkeerde kant op dreigt te gaan. Daarin kunnen nationale en Europese maatregelen elkaar niet in de weg zitten. Volgens Jack de Vries, CEO van Hill & Knowlton Nederland, zijn de verschillen binnen Europa te groot. “Het is natuurlijk gek dat er in Nederland en Duitsland verschillend beleid tot stand is gekomen op het gebied van gas. Iets actueler is de CO2 belasting: ondernemingsraden uit grote industrieën waarschuwen dat Nederland zijn eigen graf graaft als het voorop blijft lopen in bepaalde regelgeving. Het speelveld moet gelijkgetrokken worden voor heel Europa. Zeker op dit gebied ligt Den Haag een stuk dichter bij Brussel dan voorheen.”

Een duidelijke roep om samenwerking op het gebied van verduurzaming en CO2-reductie. Vanuit politiek én bedrijfsleven. Op nationaal én Europees politiek niveau. Gaat dat lukken in een verkiezingsjaar, in een gepolariseerde samenleving? Een inhoudelijke discussie kán wel, maar op de ene plaats gaat dat beter dan de andere, merkt Jack: “De behandeling van de Green Deal in de Eerste Kamer is een verademing. Daar zie je politiek op basis van inhoudelijke argumenten, terwijl je in de Tweede Kamer vaker politiek ziet op basis van sensatie. Men laat zich daar meer leiden door de peilingen. Ondertussen zegeviert de ‘mediacratie’: we zien een debat dat zich afspeelt in de media en vervolgens becommentarieerd wordt in de Tweede Kamer. In verkiezingstijd is dit nog vaker het geval. Dat maakt het lastig om inhoudelijke debatten te voeren.” Toch is het nu van belang om het gesprek aan te gaan met de politiek, zowel in Den Haag als Brussel, om bepaalde onderwerpen op de politieke agenda te krijgen, kennis en ervaring te delen of te voorkomen dat er maatregelen voorgesteld worden die in de praktijk minder goed uitpakken. En de politieke samenwerking komt na de verkiezingen vanzelf: dan wordt een regering gevormd, die op basis van alle wensenlijstjes één regeerakkoord schrijft en daarmee samen aan de slag gaat.

Dit artikel valt onder de expertises